Geavanceerde diagnostiek: Slaaponderzoek vereenvoudigen
Lees voor

Meten op basis van hartslag

Slaap wordt aangestuurd vanuit de hersenen. Voor slaaponderzoek is het meten van de hersenactiviteit dus belangrijk, maar niet eenvoudig. Als slaap te meten zou zijn zonder de hersenactiviteit te hoeven analyseren, kan de meetmethode sterk worden vereenvoudigd.

Een belangrijk onderdeel van het onderzoek richt zich op fysiologische signalen die inzicht kunnen geven in de kwaliteit van de slaap en de aanwezigheid van slaapstoornissen, maar gemakkelijk en weinig belastend te meten zijn. Analyse van de hartslag tijdens de slaap is hier een voorbeeld van.

Hartslagvariatie is eenvoudig en langdurig te meten, bijvoorbeeld met een ‘smart watch’. Er zijn zelfs meetmethoden waarbij niets op het lichaam hoeft te worden gedragen; we onderzoeken bijvoorbeeld de toepassing van infraroodcamera’s. Daarmee kan in het donker aan de hand van de doorbloeding van de huid de hartslag worden gemeten, en daarnaast ook andere lichaamsfuncties waaronder zelfs het zuurstofgehalte in het bloed.

Bij gezonde slaap is aangetoond dat analyse van de variatie in hartslag een ‘surrogaat’ vormt voor meting van hersenactiviteit in de aanduiding van de verschillende slaapstadia. Het is nu de vraag of deze meting betrouwbaar genoeg is voor medische diagnostiek en bijvoorbeeld ook nog werkt als een slaapstoornis de hartslag beïnvloedt.

Behalve de patiënt in de nabije toekomst minder te belasten met een complex instrumentarium, streven we ernaar om uiteindelijk ook thuis de kwaliteit van slaap te meten.

Lees voor

Thuis meten vergroot betrouwbaarheid van gegevens

Thuis slaapt de patiënt - ten opzichte van de kliniek - eerder zoals dat voor hem of haar gewoon is. Ook is het gemakkelijker om in de thuissituatie langere tijd te meten waardoor de diagnostiek minder wordt beïnvloed door nacht-tot-nacht variatie.

Tot slot kan het effect van de behandeling met nieuwe technieken objectief worden bepaald gedurende langere tijd. Nu gaat de arts hiervoor noodgedwongen meestal alleen af op het subjectieve oordeel van de patiënt. Dat is belangrijk maar niet altijd volledig.