Medicatie tegen epilepsie, Anti-epileptische medicatie
Veel mensen met epilepsie gebruiken anti‑epileptische medicatie om aanvallen onder controle te krijgen. Deze medicijnen – vaak aangeduid als anti‑epileptica – beïnvloeden de prikkeloverdracht in de hersenen en verkleinen zo de kans op epileptische aanvallen. Voor een groot deel van de patiënten lukt het om een middel te vinden dat goed werkt en weinig bijwerkingen geeft. Soms is de behandeling complexer en is gespecialiseerde epilepsiezorg nodig.
Wanneer is extra epilepsiezorg nodig?
Als epilepsie niet goed onder controle komt met de eerste medicijnen, of als er sprake is van bijwerkingen die het dagelijks leven te veel beïnvloeden, kan verwijzing naar een gespecialiseerd epilepsiecentrum zoals Kempenhaeghe zinvol zijn. Hier wordt gekeken naar de persoonlijke situatie en de mogelijkheden om de behandeling beter af te stemmen.
Expertise in anti‑epileptische medicatie
De neurologen van het Academisch Centrum voor Epileptologie hebben uitgebreide kennis van alle beschikbare anti‑epileptica en hun mogelijke bijwerkingen. Zij stemmen de keuze voor medicatie zorgvuldig af op:
- Het type epilepsie en aanvallen
- De oorzaak van de epilepsie
- Andere gezondheidsfactoren en medicijngebruik
Zo ontstaat een behandeling die zo goed mogelijk aansluit bij de patiënt.
Terugverwijzing en vervolg
Wanneer de epilepsie met medicatie stabiel onder controle is, wordt de patiënt meestal terugverwezen naar de eigen specialist of huisarts. Mocht er later opnieuw gespecialiseerde zorg nodig zijn, dan is contact met Kempenhaeghe altijd mogelijk.
Doel van medicatie tegen epilepsie
Het gebruik van anti‑epileptische medicatie heeft één belangrijk doel: het verminderen of voorkomen van epileptische aanvallen en daarmee het verbeteren van de kwaliteit van leven. Bij Kempenhaeghe kijken we niet alleen naar de medicijnen, maar ook naar begeleiding en ondersteuning voor patiënten en hun omgeving. Zo ontstaat een aanpak die verder gaat dan alleen de medische behandeling.