Volwassenen met psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA)
Patiënten kunnen aanvallen hebben die sterk op epileptische aanvallen lijken, maar dat niet zijn. Zulke aanvallen laten dan geen elektrische ontladingen in de hersenen zien. Ook is er geen sprake van andere storingen in het lichaam, zoals bij flauwvallen of bij hartritmestoornissen. Toch kunnen de aanvallen er precies zo uitzien als epileptische aanvallen. In de meeste gevallen ligt er een emotionele en/of psychosociale oorzaak aan ten grondslag. Om welke factoren het gaat, is zeer verschillend. Vaak spelen meerdere oorzaken een rol.
In veel gevallen is iemand zich niet eens bewust van die factoren en/of de invloed ervan. Ook voor een arts kan het moeilijk zijn om zogeheten psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA) te onderscheiden van epileptische aanvallen. Extra ingewikkeld wordt het als iemand zowel epileptische als psychogene niet-epileptische aanvallen heeft.
Diagnose en (vervolg)behandeling
In Kempenhaeghe ziet een gespecialiseerd team volwassenen en kinderen met psychogene niet-epileptische aanvallen. Dit team helpt bij het goed diagnostiseren van wat er aan de hand is en bespreekt welke opties er zijn voor (vervolg)behandeling. De behandeling vindt bij voorkeur plaats in de directe woonomgeving van de patiënt.
Omdat de oorzaak voor de aanvallen heel anders is dan bij epileptische aanvallen, is het begrijpelijk dat medicijnen tegen epilepsie niet helpen tegen PNEA. Bij patiënten die al anti-epileptische medicijnen slikken - en bij wie geen sprake is van een combinatie van epileptische aanvallen en PNEA - kiest de neuroloog er in principe voor om anti-epileptische medicijnen af te bouwen. Onderliggende oorzaken voor PNEA kunnen per patiënt zeer verschillend zijn. Er bestaat daardoor geen standaardbehandeling voor PNEA.
Poliklinische behandeling of kortdurende opname
Het komt voor dat PNEA na de diagnose zo sterk afnemen dat verdere behandeling niet meer nodig is. Maar meestal vergt de zoektocht naar de beste aanpak veel inspanning en medewerking van zowel de patiënt als zijn of haar directe omgeving. Die zoektocht en de aanpak zelf vinden in principe poliklinisch plaats.
Bij uitzondering is het zinvol om de patiënt kortdurend op te nemen in de epilepsiekliniek. Het doel hiervan is niet direct gericht op het stoppen van de aanvallen, maar op het ermee leren omgaan. Aanpak van de onderliggende emotionele problemen wordt na de opname vervolgd.
Doorverwijzing bij langdurige behandeling
Voor langdurige behandeling van de onderliggende oorzaken van PNEA is vaak verwijzing nodig naar bijvoorbeeld een vrijgevestigd psycholoog, algemeen maatschappelijk werk of de geestelijke gezondheidszorg. Vanzelfsprekend draagt Kempenhaeghe dan zorg voor een zorgvuldige overdracht.